Hoe kan een Schisis behandeld worden?
De lip, de kaak en het gehemelte kunnen worden hersteld met verschillende operaties. Iedere Schisis is weer anders, waardoor het aantal operaties voor iedereen verschillend is. Iemand die alleen een gespleten lip heeft, heeft waarschijnlijk minder operaties nodig dan iemand die een drievoudige Schisis heeft.
In Nederland zijn er verschillende ziekenhuizen die een gespecialiseerd Schisisteam hebben.
Deze ziekenhuizen liggen onder andere in:
- Nijmegen
- Rotterdam
- Groningen
- Maastricht
Schisisteam:
De hierboven genoemde ziekenhuizen hebben een speciaal Schisisteam. Een Schisisteam bestaat uit veel verschillende leden. Dit komt omdat er verschillende behandelingen nodig zijn. Zo zit er in een Schisisteam bijvoorbeeld een kaakchirurg, KNO-arts, een Orthodontist, een logopedist, een plastisch chirurg en een kinderarts.
Operatie gespleten lip:
Een gespleten lip wordt vaak geopereerd wanneer het kind 3 tot 6 maanden oud is. Tijdens de operatie worden de overige stukjes lip verwijderd en wordt de lip netjes aan elkaar gehecht. Doordat daardoor de neus een stukje inzakt, wordt deze ook meteen gecorrigeerd.
Een enkelzijdige Lip-Schisis wordt als een soort Z-vorm gehecht. Dit wordt gedaan zodat de twee delen van de lip minder aan elkaar gaan trekken en zo geneest het litteken mooier.
Een dubbele Lip-Schisis wordt in een U-vorm gehecht. Dit komt doordat het middelste stukje lip aan beide kanten gehecht moet worden, zodat het één geheel wordt.
Operatie zachte gehemelte:
Het zachte gehemelte wordt vaak gesloten wanneer het kind 6 tot 9 maanden oud is. Deze operatie is erg belangrijk. Wanneer het kind zijn/haar eerste woordjes gaat ontwikkelen, kan een open gehemelte voor spraakproblemen zorgen.
Operatie harde gehemelte:
Op ongeveer 4-jarige leeftijd kan het harde gehemelte gesloten worden. Wanneer er echter ook een open kaak gesloten moet worden, wordt dit vaak rond het 10de levensjaar gedaan.
Dit gebeurt zo omdat het een zware operatie is en het beter tegelijk gedaan kan worden. Hierdoor wordt het uiteindelijk ook een mooier geheel.
Ook kan het zijn dat het harde gehemelte al eerder wordt gesloten. Dit wordt dan vaak tijdens het sluiten van het zachte gehemelte gedaan. Dit is vaak het geval als het gaat om problemen tijdens het eten en wanneer er moeite is met de spraakontwikkeling. Voor ieder kind is het dus verschillend wanneer het harde gehemelte wordt gesloten. De manier waarop het harde gehemelte wordt gesloten, is afhankelijk van de breedte van de spleet en de hoeveelheid slijmvlies van het neusschot. Wanneer er voldoende slijmvlies is, wordt eerst de laag van het neusslijmvlies gehecht en daarna de laag van het mondslijmvlies. Hiertussen wordt geen stukje bot geplaatst. Bij een persoon zonder Schisis zit op deze plek wel een stukje bot. Dit heeft verder geen gevolgen. Wanneer er niet genoeg slijmvlies is, wordt dit losgemaakt en verplaatst. Op de plaats waar het slijmvlies vandaan komt, ontstaat een wond. Deze groeit in ongeveer een week weer dicht.
Operatie kaak:
De sluiting van de kaak wordt gedaan wanneer het kind ongeveer 10 jaar oud is. Ook deze leeftijd kan bij ieder kind verschillen. Dit ligt namelijk aan de groei van de kaak en van de groei van het gebit. Tijdens de operatie wordt er een stukje bot getransplanteerd. Dit bot is vaak afkomstig uit de kin, de heup of een rib. Waar het stukje bot vandaan moet worden gehaald, hangt af van de grootte. Wanneer het stukje bot is getransplanteerd, kan het dichtmaken van de kaak beginnen. Bij een enkelzijdige kaakspleet wordt dit gedaan door eerst het bot van de kaak bloot te leggen. Dan wordt de opening naar de neus gesloten met een stukje slijmvlies uit de kaakspleet. Daarna worden de stukjes bot geplaatst en wordt het tandvlees weer dichtgemaakt.
Als het gaat op een dubbelzijdige kaakspleet, bestaat de kaak uit drie delen. Het middelste stukje van de kaak wordt de tussenkaakgenoemd. Dit is vaak verbonden met het neusschot. Doordat dit vaak verkeerd is gaan groeien, moet dit eerst worden losgemaakt. Daarna wordt de opening naar de neus gesloten met een stukje slijmvlies uit de kaakspleet.
Dit gebeurt op dezelfde manier als bij een enkelzijdige Schisis. Hierna worden de stukjes bot geplaatst en wordt het tandvlees weer dichtgemaakt. Om de het getransplanteerde stukje bot op zijn plek te houden, wordt er een soort plaatje achter het bovengebit en tegen het gehemelte geplaatst. Dit plaatje is vaak maar tijdelijk.
Na de operaties:
Wanneer deze operaties achter de rug zijn, is eigenlijk alles gesloten. Dit wil niet zeggen dat alles achter de rug is. Doordat er bijvoorbeeld een open kaak was, kan het zijn dat sommige tanden zijn gaan verdraaien of verplaatst zijn. Dit kan worden gecorrigeerd door een beugel.
Als de patiënt het zelf wil, kan hij/zij ook nog een operatie laten doen om de neus extra te corrigeren wanneer dit nodig is. Ook kan hij/zij een cosmetische ingreep laten doen om littekens minder zichtbaar te maken. Bijvoorbeeld het litteken te laten tatoeëren of overig littekenweefsel te laten verwijderen.